OPDRACHT 7

DNA wat is dit nu juist? 

In de celkern zitten DNA strengen. Deze DNA strengen zorgen ervoor dat ieder individu op de wereld uniek is. Niemand heeft exact hetzelfde DNA, uitgezonderd eeneiige tweelingen. Je krijgt natuurlijk een deel van je ouders mee waardoor je DNA gelinkt is aan elkaar en je ook kan laten testen wie gerelateerd is aan jezelf. Zo zal je broer of zus zijn of haar DNA in veel stukken overeenkomen met je eigen DNA. Dit komt doordat je dezelfde ouders hebt en dus dezelfde genen. 

Kan je DNA isoleren uit een kiwi? 

Heronder vindt je de opdracht die hoort bij het isoleren van DNA bij een kiwi. Bekijk het filmpje zorgvuldig hiervoor.

Bij het versmelten van een zaadcel en een eicel ontstaat er een zwangerschap. Uit deze zwangerschap wordt er een baby geboren. Deze baby zal genen gekregen hebben van zowel de moeder als de vader. Hierdoor zal hij/zij dus in veel manieren op zijn ouders lijken.

Deze genen zitten vol met erfelijke eigenschappen, deze eigenschappen liggen opgeslagen in de kern van elke cel. In deze celkern zit een hele lange draadvormige molecule, ook wel DNA genoemd.

DNA bestaat uit meerdere draden, één draad heet een chromosoom.

In elke gezonde menselijke cel zitten 23 chromosomen. Van deze 23 paren heb je er de helft van je moeder en de helft van je vader gekregen. Enkel het 23ste paar is een speciaal chromosomenpaar. Hiervan heb je één stuk van je moeder en één stuk van je vader gekregen. Dit noemt men ook wel de geslachtschromosomen of het X- en Y-chromosoom.

Dit paar bepaalt of je een man of een vrouw zal worden. Deze kans is steeds even groot, je hebt 1 op 2 kans dat je of man of vrouw zal worden.

Via onderstaand schema kan je bekijken hoe de geslachtsbepaling werkt bij een enkele bevruchting.