OPDRACHT 8

Genen

Elk DNA- molecule kunnen we verder opsplitsen in kleine stukjes. Deze kleine stukjes noemen we ook wel genen. Deze genen bevatten codes om een bepaalde erfelijke eigenschap door te geven. Dit kan bv. de kleur van je ogen zijn. Meerdere genen bij elkaar bepalen wat er doorgegeven wordt aan je nageslacht. 

Hieronder zie je een schema met daarop verschillende mogelijke genen die doorgegeven zijn door je ouders. Welke herken je bij jezelf?  Van wie heb je dit overgekregen? Probeer zo de genen die je van je mama of papa hebt gekregen te bundelen.

Elk gen heeft verschillende versies. Dit komt omdat je zowel de genen van je moeder als vader hebt meegekregen. Zo kan het dus zijn dat je zowel een gen hebt voor bruine ogen als voor groene ogen. Dit wil niet zeggen dat je dan een groen en een bruin oog krijgt. Het overheersende gen zal naar voor komen. Heeft je partner ook deze genen dan zal het overheersende gen doorgegeven worden aan jullie kinderen.

Het overheersende gen noemen we ook het dominante gen. Het gen dat niet dominant is noemen we recessief. Zo zal donker haar domineren over blonde haren, bruine ogen domineren over blauwe ogen.

Toch wordt niet alles genetisch bepaald, veel eigenschappen zal je door je omgeving meekrijgen.

Dit noemen we ook wel het Genotype en Fenotype.

In onderstaande kader kan je de kans op de oogkleur berekenen bij een baby. Als beide ouders bruine ogen hebben is er 75% kans op een baby met bruine ogen, 18.75% kans op groene ogen en 6.75% op een baby met blauwe ogen. Hoe kan dit nou? Omdat de ouders van hun ouders ook een deel genen hebben meegekregen. Hebben beide ouders een gen voor blauwe ogen meegekregen door hun ouders, ookal hebben ze zelf bruine ogen dan is er een kleine kans dat ze een kindje met blauwe ogen krijgen.

Ouders waarvan het kind totaal niet op hen lijkt, tweelingen met een totaal andere huidskleur.

Hoe kan dit? 

 Ook dit is te verklaren door de genen van de voorouders die naar voor gekomen zijn gekomen.